73 JAAR

 Omdat we allemaal 100 jaar worden, tenzij we K krijgen, is 73 jaar niet de laatste fase in het leven maar een nieuwe fase. Mijn oma stierf als oude vrouw in een verzorgingstehuis. Mijn vader was haar enige kind dus die vrouw heb ik de eerste 9 jaar van mijn leven meegemaakt. Ze kwam elke woensdagmiddag en zondag bij ons op bezoek. En ze ging altijd mee op vakantie. Ze vond mijn moeder een indringster. Toen mijn moeder in verwachting was van mijn jongste zusje, siste ze in mijn moeders oor: 'Hoer.' 

Wij logeerden weleens bij haar. Ze woonde aan de Haagse markt, een soort Albert Cuyp. Ik heb altijd vredige herinneringen aan het wakker worden daar. Je hoorde het geluid van de metalen pannetjes van de melkboer. Maar ook de geluiden van het opzetten van de kraampjes.

Mijn oudste zus zei: 'Ik moest jou altijd tegen oma beschermen want ze deed heel gemeen tegen je.' Ik kan me er godzijdank niets van herinneren. Niemand is ooit 100% slecht. Dat is zo verwarrend. Want ze nam ons woensdagmiddag mee naar de Cineac waar filmpjes draaiden van de Dikke en de Dunne en de Boefjes. Dan kregen we ook snoep.

                                                             Oma de Korte, 70 jaar
We vonden een keer een etui met een enorme injectiespuit. Oma had suikerziekte. Toen ze 73 jaar was werd ze ziek en moest ze opgenomen worden in een verzorgingstehuis. Mijn ouders namen ons één keer mee. Ze lag in een ziekenhuisbed. Er was nog een andere patient, een Indische mevrouw die de hele tijd jammerde: 'Het plafond komt naar beneden, het plafond komt naar beneden.' 'Die mevrouw heeft in een Jappenkamp gezeten', fluisterde mijn moeder. Oma had zich vastgeklampt aan mijn vader. Ze smeekte: 'Jongen, neem me naar huis, alsjeblieft, neem me naar huis.'

Een paar weken later zat de meneer van de begrafenisonderneming in de huiskamer toen ik uit school kwam. Ik kende hem omdat hij elke maand premies kwam ophalen. Voor onze begrafenissen. Ik vond dat zo luguber. Hij stak zijn hand uit en zei: 'Gecondoleerd.' Ik was niet wat dat betekende. Mijn zusje fluisterde in mijn oor: 'Oma is dood.' Wij gingen niet mee naar de begrafenis. Dat vond mijn moeder niets voor kinderen. Terwijl de herinnering aan het bezoek in het verzorgingstehuis in mijn hersens geëtst staat. 

In 1992 lag mijn vader op zijn sterfbed. Blaaskanker, uitbehandeld. Hij was gelukkig thuis. Hij was niet meer dan een skelet. We waren nooit hecht geweest maar er overviel me een medelijden. Verschrikkelijk. Ik pakte zijn hand en vroeg: 'Heb je pijn?'. Nee. Toen zei ik: 'Ik hou heel veel van je, papa.' 'Ik ook van jou', antwoordde hij met een stem waaruit alle kracht verdwenen was. Zijn hart was sterk en bleef maar kloppen. De dokter gaf hem morfine en hij sliep in. 73 jaar.


                                       De Korte sr schaakt simultaan

In 2018 bevond ik me in het OLVG. Hans was die ochtend opgenomen met vocht in zijn longen. Hij was al jaren ernstig ziek maar sloeg alle goede raad in de wind. Uiteindelijk had ik geprobeerd hem bij mij thuis te verzorgen tot het niet meer ging. De ambulance kwam en haalde hem uit bed. 'Even blijven staan', zei de ambulancebroeder. Zijn benen waren niet dikker dan lucifershoutjes. Die middag werd ik gebeld door de dokter. Of ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis wilde komen.

Hans lag op de vijfde verdieping. De arts vertelde me dat de kanker was uitgezaaid en dat ze alleen nog de pijn konden bestrijden. Hans zei met een schorre stem: 'Niet verdrietig zijn.' En toen tegen de verpleegkundige: 'Mag het licht uit. Ik wil zo graag slapen.' Ik huilde alleen maar en zei: 'Ik kom morgenvroeg weer langs.' Toen ik thuis kwam ging de telefoon. Het ziekenhuis. 'Uw man is net overleden.'

Ik zakte door mijn knieën en kon alleen maar: 'Nee, nee, nee!' schreeuwen. Hans was 73 jaar. Soms lopen de beelden van mijn stervende vader en Hans door elkaar heen. Ze hapten allebei naar lucht. Onmenselijke ervaring. Je moet ontzettend sterk en optimistisch zijn om het leven aan te kunnen. En dat ben ik niet. Elke dag is een strijd om te overleven. Ik kijk terug op een spoor van dode lichamen.


Hans op het KNSM-eiland. Maquette van bijenkorf

Hettie anno 2024. 73 jaar. Met hulphond Missy. Een geschenk van het universum. Soms is er troost. Een pleister op de wonde.



Reacties